We
vertrokken om 7.30 uur met
de bus en reden al snel buiten de stad, via een spiksplinternieuwe echte
snelweg, de eerste van Vietnam, waar geen scooters op mochten! Doel was de zuidelijke delta, het meest
welvarende en dichtbevolkte deel van Vietnam. Talloze vertakkingen van de Mekong-rivier maken dit vlakke gebied uiterst vruchtbaar. Waar je ook rijdt,
overal zie je sappig groene rijstvelden en akkertjes waarop ananas, kokosnoten,
pinda's of tabak verbouwd wordt. De producten worden veelal per boot naar de
markten vervoerd, waar je behalve groente en fruit ook een overvloed aan vis
ziet liggen.
De
hele groep had ingetekend op een excursie met bootjes en zelfs een stuk
paard-en-wagen. Die vond plaats vanaf de kade van de Mekong in My Tho. Met een
eerste boot staken we de rivier over naar een
eiland,
Thoi Son. Daar wandelden we langs
een aantal verkoopkramen, en kregen bij een restaurantje een proeverij van
honingthee, koekjes en bananenlikeur - met de bedoeling dat we dat kochten. Toen
weer een stukje wandelen naar een ander restaurant waar we diverse soorten fruit
kregen en een optreden van een paar zangeressen begeleid door een orkestje. Na
weer een stukje lopen langs een aantal verkooppunten stapten we in kleine
roeibootjes, kregen we een Vietnamese zonnehoed op en werden we langs een klein
watertje terug naar de grote boot gepeddeld.
We
voeren naar de rechteroever van de Mekong, en stapten weer over op kleinere motorboten. Via
een kleine kreek met allemaal palmen voeren we naar een fabriek van
kokossnoepjes, waar we uitvoerig uitleg kregen over het proces en natuurlijk
mochten proeven... en kopen. Vervolgens weer verder met de boot. We kwamen bij
een dorp waar vroeger kennelijk de waren met paard-en-wagen naar de markt werden
vervoerd, maar waar men nu was overgeschakeld op vervoer van toeristen. Wij dus
in groepjes van vijf mensen in de kar, met een vrij schurftig klein en moe
paard, voor de kar. Niet echt leuk. Gelukkig was het maar een kort stuk, ik
schat ruim een kilometer, waarna we weer de boot in mochten. Daar kregen we op
de terugweg naar de overkant een kokosnoot met een rietje. Het was prachtig
weer, en eigenlijk best een gevarieerd uitstapje. Zie ook Capitool blz. 88 bij
Phoenixeiland. Het
water waar we in de kleine bootjes op voeren, zijn irrigatiekanalen voor de longanboomgaarden. Ze verbouwen er naast bananen ook ananas, mango's en nangka's.
|
|
|
|
In
My Tho bezochten we vervolgens eerst de Vinh Trang Pagode uit 1848 voor we gingen
lunchen. Bij de pagode staat een groot beeld van een zittende Boeddha, en een
staande van 'lady' Boeddha. Het is een omvangrijk complex rond de basistempel
met veel oud houtsnijwerk. Er rond om heen mooi aangelegde tuinen. De gevel is
zoals gebruikelijk versierd met mozaïeken van keramiekscherven.
De lunch bestond weer uit een menu, met als hoofdgerecht een vis - die we met zijn vieren moesten delen, dus dat was niet zo veel vis... de overige hapjes waren wel zeer gevarieerd en lekker. vervolgens hadden we nog een lange en saaie rit langs wegen met aansluitende bebouwing, dus weinig natuur te zien. We overnachtten in Can Tho, dat ongeveer 170 kilometer van Saigon ligt (Capitool blz 94: drijvende markt Cai Rang). Een grote stad met zo'n 330.000 inwoners. Can Tho is best gezellig, maar echte bezienswaardigheden zijn er niet. Langs de rivier loopt een boulevard met parkjes, terrasjes en restaurantjes. Een enorm zilverkleurig beeld van Ome Ho (zo wordt Ho Chi Minh hier genoemd) kijkt uit over de rivier.
Hotel:
Quoc Te Hotel, 12 Hai Ba Trung, tel +84 71 822 079 (***,
centrum, airco, koffie/thee-app, gratis wifi). Het was een sterk verouderd
hotel. de lobby was al een beetje opgeknapt, maar er stonden zelfs de scooters
van het personeel in geparkeerd... De kamers wel ruim maar met oude, vlekkerige
vloerbedekking, verouderd sanitair en gordijnen. De mieren liepen langs de
kozijnen en in de badkamer, we kregen er een spuitbus voor. De ontbijtzaal was
wel opgeknapt. Drie sterren?
Eten: er was 's avonds voor ons gereserveerd in een groot restaurant
aan de rivier, enkele honderden meters verderop aan de boulevard. Er zaten
allerlei grote groepen toeristen te eten. Een drietal liefhebbers had ingetekend
op een menu met slang. We namen afscheid van onze Vietnamese gids mr. Fu oftewel
'Johnny'. Toen we de volgende dag hier weer wilden eten, bleken ze geen broodjes
te hebben en zijn we uitgeweken naar een kleine broodjeszaak aan het pleintje in
het centrum, slechts 50 meter verderop: veel gezelliger, goedkoper en vooral erg
lekker.